Pagina's

maandag 27 juni 2022

Van Reykjavik naar Amsterdam, 23 juni

Vandaag vliegen we terug naar Amsterdam. Ergens midden in de nacht word ik wakker. Als ik om het hoekje van het gordijn naar buiten kijk, zie ik voor het eerst deze vakantie een zonsondergang. Snel pak ik mijn mobiel om dit vast te leggen als bewijs dat ik een zonsondergang op IJsland heb gezien. Ik bedenk opeens dat het misschien geen zonsondergang is maar een zonsopkomst.

We hebben hier net de langste dag gehad. Het is momenteel zo'n 22 uur per dag licht c.q. schemerig. In de winter heb je hier juist korte dagen. Dan is het hoogstens 4 à 5 uur per dag licht c.q. schemerig en de rest van de dag donker. Dat lijkt me toch vreemd.

Om kwart voor zeven gaat de wekker op Marianne's telefoon, direct gevolgd door die van mij. Ik weet nooit hoe ik die moet uitzetten maar met de nodige aanwijzingen van Marianne  - "Weet je dat nou nog niet?"- lukt me dat uiteindelijk. Merkwaardigerwijze gaat de wekker van de dochter pas vijf minuten later af. Nooit een vlotte opstaander geweest.

Desondanks lukt het ons om om 1 minuut voor zeven bij de ontbijtzaal te staan. Er staat al een echtpaar te wachten, open is de zaal nog niet. Zeven uur is zeven uur. Na het ontbijt pakken we de laatste spullen in en even later rijden we richting vliegveld. Het is ruim een half uur rijden. Er is redelijk wat verkeer op de weg, maar dat rijdt allemaal de stad in en wij rijden de stad uit.

Vlak voor het vliegveld tanken we voor de laatste maal bij een benzinestation dat adverteert met de slogan 'Fill it up!'. Het is inderdaad voordeliger om de auto met een volle tank in te leveren. Het inleveren van de auto gaat vlot en dan kunnen we met onze rolkoffers - dank aan degene die het wiel uitvond - naar de vliegtuighal lopen. Het inchecken bij Iceland Air kost niet veel tijd. Dat geldt ook voor de veiligheidscontrole. Wel is die wat strenger dan op Schiphol. Zo moet ik niet alleen de laptop uit de handbagage halen maar die ook nog eens uit de beschermhoes. 

Na de controle zoeken we een plekje op waar we ergens koffie kunnen drinken. Om daar te komen moeten we eerst door een grote winkel lopen. Dat hebben ze wel slim bedacht. Wij hebben in IJsland alles gepind en nooit iets contant betaald, maar voor de zekerheid had de dochter ergens een biljet van 5000 kronen (dat is ongeveer 35 euro) uit een bankautomaat gepind. Ze heeft geen zin om dat ene biljet mee naar huis te nemen, daarom koopt ze in de winkel nog iets voor zichzelf. Ze betaalt met haar 5000 kronen biljet. Ze krijgt liefst drie andere biljetten terug. Ja, zo raakt ze haar IJslandse geld natuurlijk nooit kwijt. Het wordt alleen maar meer.

IJsland is overigens een duur land. Zo betaalden wij gemiddeld iets meer dan 200 euro per overnachting, al moet ik daar wel de kanttekening bij plaatsen dat we a) laat waren met boeken en b) een kamer voor minstens drie personen nodig hadden. Ook de autohuur was niet goedkoop. Dat IJsland niet goedkoop is beseffen ze zelf ook. Zo zien we in de winkel deze koffiemokken te koop staan.


Even later hebben we een plekje gevonden en in afwachting tot we kunnen boarden brengen we onze tijd daar al koffiedrinkend, kijkend op de mobiel (dochter), lezend (vader) en puzzelend (moeder) door. Als het tijd wordt om te boarden lopen we naar de gate. Daar staat al een lange rij mensen om te kunnen boarden. We sluiten aan - er wordt op de priorityklasse na niet geboard op de plaats in het vliegtuig (eerst de mensen achterin, dan in het midden en dan die vooraan) - maar op volgorde van de rij. Maakt ons niet uit, we komen er vanzelf wel, al gaat het boarden zo wel langzamer omdat mensen het gangpad versperren bij het opbergen van hun bagage.

Onze stoelen blijken inderdaad die bij de nooduitgang te zijn. Dat is heel fijn want daardoor hebben we 96 cm beenruimte tegenover 80 cm anders. Ik heb thuis even op de site van Seatguru de indeling van ons toestel opgezocht (https://www.seatguru.com). Op die site kan je voor haast alle toestellen van alle maatschappijen zien welke stoelen goed en slecht zijn in een vliegtuig; heel handig als je bij het boeken een stoel gaat vastleggen.)

Het blijkt dat onze rij de enige rij in het vliegtuig is die groen is aangegeven. Zie hieronder een deel van het vliegtuig volgens Seatguru. De groene stoelen zijn het best; de gele stoelen kennen één of meer nadelen. De rode stoelen moet je niet hebben.


Dat die stoel op rij 8 bijvoorbeeld rood is, komt omdat het een raamplek zonder raam is. (Noem je dat dan nog een raamplek?)  Rij 12 is net als rij 13 ook een rij bij de nooduitgang; voordeel extra beenruimte< maar rij 12 heeft het nadeel dat de rugleuningen niet naar achteren kunnen, wat gelijk weer een extra voordeel is voor ons op de rij erachter. Je kan de plekken van rij 13 ook online boeken, maar dan betaal je daar bij Iceland Air 20 tot 70 euro per vlucht extra voor (het bedrag hangt af van de vluchtduur). Blijkbaar had niemand die plaatsen gereserveerd en kregen wij die plaatsen toegewezen. Er moet namelijk wel iemand bij de nooduitgang zitten om in geval van nood de deuren te kunnen openen. Waarom wij die plaatsen hebben gekregen weet ik niet. Waarschijnlijk omdat Iceland Air hoopt dat ik dan positief over hun wil schrijven. Nou dat wil ik wel. Goede maatschappij Iceland Air!

Overigens kijkende op de site van Seatguru zie ik iets waarvan het maar goed is dat ik het niet van tevoren heb gezien. We blijken namelijk met een Boeing 737 MAX 8 te vliegen. Dat is het vliegtuigtype dat twee jaar uit de running is geweest omdat twee vliegtuigen vanwege softwarefoutjes waren neergestort. Oké, die problemen zijn opgelost, maar toch. En dan ook nog eens op rij 13 zitten.

Maar de vlucht verloopt probleemloos. De door ons van tevoren bestelde en betaalde lunchbroodjes belanden ook nog bij ons en niet bij de mensen die nu op rij 17 zitten (onze oorspronkelijke plaats) en na een vlucht van zo'n drie uur landen we op Schiphol. Daar is het even afwachten of de bagage ook meegekomen is - we zien in de bagagehal een grote stapel (achtergelaten dan wel te laat gearriveerde) koffers staan - maar onze koffers verschijnen even later keurig op de band.

Omdat we uit een Schengenland terugkomen hoeven we niet door de immigratie maar alleen door de douane. Niets aan te geven en even later staan we in de stationshal. Onze dochter heeft geluk. Niet alleen met haar ouders maar ook met het feit dat haar trein naar Rotterdam binnen vijf minuten vertrekt. Onze Intercity naar Leiden daarentegen is uitgevallen, waardoor we een kwartiertje later in een drukke sprinter naar Leiden zitten. Daar moeten we overstappen op de sprinter naar Den Haag. Die is zelfs nog drukker. De conductrice roept om dat dit komt omdat het achterste rijtuig vanwege een defect helaas moest achterblijven. Ha, we zijn weer in Nederland. Maar goed, uiteindelijk belanden we thuis en zit deze korte vakantie en daarmee ook dit verslag er op.

Tot slot: dit verslag is niet "live in IJsland" geschreven maar pas na terugkomst. Wel heb ik geprobeerd om onze reis aan de hand van mijn geheugen (niet al te scherp meer) en de foto's (meestal wel scherp) zo goed als mogelijk te reconstrueren. De foto's zijn, op een drietal foto's na die ik van de Wikipedia heb gehaald, gemaakt door de onderstaande fotografen. Dank voor hun werk.




Tot slot: IJsland is een land vol schitterende natuur. We kunnen een reis daarheen dan ook van harte aanbevelen en misschien heeft u, als u naar IJsland gaat, iets aan dit verslag.


Van Laugarvatn naar Reykjavik, 22 juni

Vandaag is alweer onze laatste vakantiedag. Morgen vliegen we terug naar huis. Maar voor het zover is, hebben we nog een drukke dag voor de boeg. Dat begint met het uitchecken bij het guesthouse. Dat duurt eindeloos vanwege vier dames voor ons die alles apart willen afrekenen en ook nog eens allemaal cash willen betalen. Als zij eindelijk klaar zijn, kunnen wij ons nog openstaand bedrag (avondeten + 2 x ontbijt) afrekenen.

Als eerste gaan we op weg naar de Bruarfoss. Dat is een waterval. We hebben gehoord dat er watervallen zijn in IJsland en wij willen er ook wel eens een keer eentje zien. Oké, dat is een grapje. We hebben er inmiddels al heel veel gezien. Ik soms ze even voor u op: Svodufoss, Kerlingarfoss, Reykjafoss,  Kirkjufellsfoss, Dettifoss, Selfoss, Rjúkandafoss, Fardagafoss, Litlanesfos, Hengifoss, Svartifoss, Skogafoss, Hestavaðsfoss, Fosstorfufoss, Steinbogafoss, Seljalandsfoss en de Gulfoss. En dan waren er ook nog een paar die of naamloos waren of waarvan we de naam niet kenden. 

Er schijnen meer dan 10.000 watervallen in IJsland te zijn, van klein tot groot. (Zo'n 200 daarvan hebben een naam gekregen.) Het aantal hangt er natuurlijk een beetje af van hoe je telt. Neem de Hraunfossar. (Hij stond aanvankelijk ook op ons lijstje maar we hebben hem niet bezocht - iets te ver van de daadwerkelijk route af.) Tel je die waterval als één waterval of tel je het als 20 watervallen?

De Hraunfossar. 1 waterval of 20 watervallen? foto: 'Lecardinal'; Wikipedia

Enfin, vandaag bezoeken we nog één keer een waterval. Deze keer vanwege de kleur van het water. Het water schijnt hier namelijk heel blauw te zijn, vooral als de zon schijnt. Maar als we er ter plekke aankomen, vrezen we dat we dit niet zullen zien. Het regent namelijk weer. We wachten een tijdje in de auto en als het wat minder hard gaat regenen, gaan we op pad, paraplu mee. 

De Bruarfoss ligt niet pal aan de weg. Het vraagt om een wandeling van zo'n 3,5 km langs een rivier (de Bruare). Vroeger kon je er heel gemakkelijk komen, want er lag een weggetje naar de waterval met zelfs een parkeerterrein, maar zowel de weg als het parkeerterrein lagen op particulier terrein en de bewoners daarvan hadden zo'n last van al die toeristen dat de IJslandse overheid de weg afgesloten heeft. Wel hebben ze een wandelpad vanaf de andere kant naar de waterval aangelegd. Het is nu ongeveer een uurtje lopen naar de waterval en het aantal bezoekers is dan ook behoorlijk gedaald.

Onderweg zullen we nog twee andere watervallen tegenkomen. Die hebben allebei ook een naam en die kunnen we dus mooi in ons lijstje opnemen. Het pad loopt aanvankelijk door wat bosjes en is door de regen heel erg modderig en glibberig geworden. Het is niet echt fijn lopen.

Dat wordt na afloop schoenenpoetsen.

Stap voor stap.

Na een tijdje komen we bij de eerste van drie watervallen, de Hlauptungfoss. Noteert u hem even. Het is inmiddels gelukkig opgehouden met regenen

De Hlauptungfoss.

In situaties als deze brult Marianne altijd "Martin! Niet zo dicht op de rand!"! Maar hier hield zij zich stil, voornamelijk omdat ik niet de persoon op de foto ben maar iemand anders.

Het water bij deze waterval is behoorlijk blauw. 



Vanaf hier loopt het pad grotendeels naast de rivier over wat rotsachtig terrein. Dat loopt een stuk fijner dan de modderboel van het eerste deel. 


De  tweede waterval, de Midfoss - schrijft u mee -  is meer een stroomversnelling dan een waterval.


Dan komen we bij de Bruarfoss. 'Bruar' betekent brug. Vroeger schijnt hier een natuurlijke brug over de waterval geweest te zijn, maar die is al lang geleden ingestort. Tegenwoordig moeten we het doen met een houten brug.



Als u goed kijkt, dan kunt de schaduw - het zonnetje schijnt inmiddels - van de brug zien.

Dan is het tijd om verder te gaan, in dit geval om terug te keren naar de auto. Als we daar weer aankomen begint het net weer te regenen, dus wat dat betreft hebben we tijdens onze wandeling geluk gehad.

De volgende stop is Selfoss. Wat? Alweer een waterval? Nee, weliswaar is Selfoss ook de naam van een waterval - zie ons lijstje van bezochte watervallen - maar het is ook de naam van een plaats. We zijn er eergisteren al doorheen gereden (en we hebben er toen ook gegeten.) Voor vandaag staat er een bezoek aan twee totaal verschillende zaken in Selfoss op het programma: een bezoek aan het graf van Bobby Fischer en een bezoek aan het Skyr-museum, zeg maar het IJslandse yoghurt museum.

Allereerst het graf van Bobby Fischer. Robert. J. Fisher, roepnaam Bobby, was van 1972 tot 1975 wereldkampioen schaken. Hij werd dat door in 1972 in Reykjavik de Rus Boris Spassky te verslaan. Hij was na de Tweede Wereldoorlog de eerste niet-Rus die wereldkampioen werd.

Hier speelt in 1960 de toen 17-jarige Fisher tegen de wereldkampioen van dat moment, de Rus Tal.

Fischer was als schaker briljant maar als mens, vooral de laatste dertig jaar van zijn leven, een vreselijk iemand. Fischer deed talloze antisemitische uitspraken. Ook ging hij in 1992 in Joegoslavië, dat op dat moment onder een embargo van de Verenigde Naties viel, een schaakmatch spelen tegen Spassky. Het leverde hem een arrestatiebevel van de Amerikaanse overheid op. Het gevolg was dat hij nooit meer zou terug keren naar Amerika. Hij leefde daarna in de Filipijnen en in Japan. Na de aanslagen van 11 september 2001 in Amerika verklaarde Fischer dat hij blij was dat de aanvallen waren gebeurd. 

In 2004 werd Fisher in Japan gearresteerd. Amerika vroeg om zijn uitlevering, hetgeen resulteerde in een juridische strijd. Om uitlevering te voorkomen vroeg Fisher zowel het Duitse staatsburgerschap (zijn vader was Duits) als ook het IJslandse staatsburgerschap aan. Het was IJsland dat hem uiteindelijk het staatsburgerschap zou geven. Dit om humanitaire redenen - zijn gezondheid was niet best - en als erkenning voor zijn wedstrijd in 1972, die "IJsland op de kaart had gezet".

In 2008 overleed Fisher op 64-jarige leeftijd in Reykjavík. Hij werd begraven op de kleine christelijke begraafplaats van de Laugardælir-kerk, even buiten Selfoss. In 2010 werd hij in verband met een juridisch zaak over zijn erfenis - een Filipijns meisje beweerde dat Fischer haar vader was -  opgegraven en en werd er DNA afgenomen. Hij bleek niet de vader te zijn en de erfenis ging naar een Japanse waarmee hij in 2004 was getrouwd. Hij werd herbegraven en sindsdien ligt hij nog steeds hier in Selfoss.

Nu heb ik voor het inmiddels niet meer bestaande schaakblad 'Matten' een keer een verhaal over Fisher geschreven. Zie hier: Matten | My Blog (martinvanneck.nl) 


Wellicht schrijf ik ooit in de toekomst nog eens een keer voor een blad of krant een verhaal over Fischer en daarom lijkt het me een goed idee om als we er toch langs rijden even het graf van Fisher te bekijken en daar dan een foto te nemen. Die kan ik dan mogelijk als illustratie bij dat toekomstige verhaal plaatsen en dan kan ik mooi de kosten van deze vakantie als noodzakelijke reiskosten voor dat verhaal declareren. Op dus naar de begraafplaats.

Het kerkje met de begraafplaats. Fisher ligt bij de ingang, de staande witte grafsteen bij het hek.


Iemand heeft wat schaakstukken bij zijn grafsteen gezet. Terwijl ik deze foto neem, realiseer ik me opeens dat ik zo boven op Fisher sta. Ook al was het een vreselijk iemand, dat is toch niet respectvol en ik doe dan ook wat stappen naar achteren.

Als we vervolgens naar het centrum van Selfoss rijden ziet Marianne opeens wat paarden lopen. Nu heeft ze overal in IJsland al paarden zien lopen, maar nog nergens een foto van de beesten genomen, dus hier ziet ze alsnog haar kans. Zie hier uit de serie paarden: IJslandse paarden.



Dan is het tijd voor Skyrland, een museum over skyr. Haast elke IJslandse plaats heeft wel een of andere vreemdsoortig museum en in Selfoss is dat een museum over skyr.


Skyr is iets wat een beetje tussen yoghurt en kwark in zit. Nu kan je je afvragen hoe je over zoiets als skyr een museum kan maken, maar eerlijk is eerlijk, ze hebben het echt heel mooi gedaan: van een hightech presentatie over het maken van skyr tot aan verkoopposters toe.


hightech presentatie met lichtbeelden erbij.

Skyr-meisje op zoek naar koeien

No animals were hurt in the making of this museum 



Iedereen kan skyr maken

 

Reclameposters

Meiri mjólk fyrir vacandi fjólk. (Zo is het maar net)



Zeg eens eerlijk, zo'n museum had u niet over skyr verwacht. En als kers op de taart, of moet ik als kers op de skyr zeggen, krijgen we na afloop ook nog een bakje skyr met een bolletje ijs. Kortom, dit museum kan ik van harte aan bevelen!

Dan is het tijd om naar Reykjavik te rijden. Hoe dichter we bij de hoofdstad komen hoe drukker het wordt, Tegen een uur of drie komen we bij ons hotel aan, We hebben gelukkig een ruime kamer. Die ruimte zullen we vanavond nodig hebben om alle troep die nu nog overal in onze auto rondslingert te reorganiseren opdat we het weer allemaal in de koffers krijgen. Maar voor het zover is, gaan we eerst een rondje door Reykjavik lopen. We zitten niet zo ver van het centrum en de haven af. 

Ons hotel: het 22 Hill hotel, gelegen boven een soort sportschool. Van buiten ziet het er niet uit, maar binnen valt het wel mee.

Als eerste lopen we naar het Höfði-huis. Hier spraken in oktober 1986 de Amerikaanse president Ronald Reagan en de Sovjetleider Michail Gorbatsjov en hun ministers van buitenlandse zaken George Shultz en Eduard Shevardnadze tijdens de Reykjavik Summit over beëindiging van de Koude Oorlog.


De Nederlandse delegatie

Dan lopen we een stukje langs het water.




Het gebouw van binnen

Vervolgens de stad in richting de Hallgrímskirkja, de bekendste kerk van Reykjavik.



De dochter en ik beklimmen samen de toren. Nou ja, we nemen de lift. Van boven heb je een mooi gezicht over Reykjavik.

Tussen de 2e en de 3e verdieping bevindt zich een geheimzinnige onbekende verdieping.



Als we even later weer beneden staan, is het etenstijd. We lopen een rondje door het centrum van Reykjavik op zoek naar een goed restaurant. Na nog een rondje en nog een rondje gaan we bij Mama eten, een vegetarisch restaurant. Het smaakt goed.


Dan is het tijd om weer terug te keren naar ons hotel. We halen alle rotzooi uit de auto en herpakken de koffers. Vervolgens checken we alvast online in voor onze vlucht naar Amsterdam. Toen we deze een paar maand geleden boekten hadden we stoelen op rij 17 vastgelegd, maar het systeem plaatst ons nu op rij 13. Wij krijgen daarbij de vragen voorgelegd of we Engels kunnen verstaan - yes, yes - en of we aanwijzingen van de bemanning kunnen opvolgen. Ook yes natuurlijk. Het doet ons vermoeden dat we nu plaatsen bij de nooduitgang hebben en dat zou gunstig zijn. Daar heb je meestal veel meer beenruimte. 

Dan is het bedtijd. De wekker wordt op kwart voor zeven gezet. Morgen vroeg op.