Pagina's

vrijdag 24 juni 2022

Van Egilsstaðir naar Höfn, 16 juni

Vandaag rijden we naar Höfn, in het zuiden van IJsland, maar voordat we dat doen, bezoeken we eerst nog Seyðisfjörður - een plaatsnaam die je het beste van internet kan kopiëren en niet zelf moet gaan typen. De naam behoort toe aan een klein stadje aan de oostkust van IJsland. De veerboot uit Denemarken komt hier aan. Ook is het vaak een tussenstop voor cruiseschepen en om deze informatiestroom te voltooien  - drie voor de prijs van één - de IJslandse misdaadserie 'Trapped', te zien op Netflix, speelt zich hier af en is er ter plekke opgenomen.

Maar voordat we naar Seyðisfjörður rijden, nemen we na het ontbijt met weemoed afscheid van ons appartement. Hier hadden we wel langer willen zitten. Het is echt een prachtig appartement en nog goedkoper zelfs dan onze vorige overnachting met stapelbedden. Ik zal u niet vermoeien met allerlei foto's van het appartement maar hou het bij één detailfoto: de kapstok.

Na het ontbijt pakken we de boel (met de schoongewassen was) in en gaan op stap.

Ons gezond ontbijtje inclusief echte IJslandse Skyr

Op weg naar Seyðisfjörður maken we even buiten Egilsstaðir een tussenstop om de Fardagafoss te bekijken. Dat is een waterval waar je achter langs kan lopen. Er zit namelijk een grot achter. Het is wel even een klim naar het ding. Onderweg zien we nog een andere waterval. Zal vast wel een naam hebben maar geen idee welke.

We lopen door en even later hebben we voor het eerst goed zicht op de Fardagafoss.

Je kan vanaf hier echter nog niet naar de voet van de waterval lopen. Eerst moet je nog een heuvel op lopen en vanaf daar loopt een smal pad omlaag. Je kan je bij de afdaling vasthouden aan een ijzeren ketting in de wand. Het ziet er eng uit en daarom besluit Marianne dit laatste stuk niet te doen. De dochter en ik denken dat het wel moet kunnen en voorzichtig, ons stevig vasthoudend aan de ketting, dalen we af. 

Terwijl Marianne als een soort Michael Collins in de commandomodule van de Apollo 11 achterblijft, dalen Neil Amstrong en Buzz Aldrin af naar het maanoppervlak; herstel dalen de dochter en ik ons vasthoudend aan de ketting af naar de voet van de waterval .

Even tussen haakjes, in situaties als deze - waarbij je gebruikt maakt van een hulpmiddel als in dit geval een veiligheidsketting - moet ik altijd denken aan de woorden lang geleden van mijn rij-instructeur die vol op de rem trapte toen we een onbewaakte spoorovergang naderden, waarvan de waarschuwingslichten niet knipperden. "Het licht staat weliswaar uit maar wil je je leven toevertrouwen aan een kapot condensatortje van 50 cent? Eerst zelf kijken, altijd voorzichtig zijn" zei hij. Die woorden heb ik altijd onthouden. Ook hier doe ik dat en even later staan we veilig aan de voet van de waterval.

Uw held voor de waterval; oké dat mijn overhemd uit mijn broek hangt maakt het wat minder heldhaftig.

De ander kant op ziet het er zo uit.

De volgende stap is om naar de grot achter de waterval te lopen. Nu begin ik een beetje te twijfelen. Er is geen ketting meer. Het lijkt goed te kunnen, maar Marianne heeft mij op het hart gedrukt om heel voorzichtig te zijn. Wat als ik uitglij en in de waterval beland en met de stroom word mee gesleurd? Dan ben ik weliswaar veel sneller dan gepland beneden - moeder en dochter zitten altijd te klagen dat ik zo langzaam loop - maar toch denk ik dat Marianne dan heel boos op me wordt. Dat moet ik niet hebben en ik besluit daarom alsnog af te zien van een blik achter de waterval. De dochter, jong en lenig, gaat wel voorzichtig verder. Dat voorzichtig doen is een advies van haar vader. Daar was ze ongetwijfeld zelf nooit op gekomen.



Even later staat ze veilig in de grot achter de waterval.

Wilt u weten hoe een waterval er uit ziet bekeken vanaf de achterkant? Zo dus:

 
 

Als u heel goed naar de laatste foto kijkt, dan ziet u mij staan. Andersom zag ik de dochter ook staan. Ziet u haar op onderstaande foto?

Ik zal u helpen. Ze staat in het rode cirkeltje.


En zie hieronder de foto heel ver ingezoomd. Zie u haar nu staan? We staan dus foto's van elkaar te maken.

Even later komt ze weer te voorschijn en samen klauteren we naar boven naar Marianne - die al weet dat we de afdaling hebben overleefd, want de dochter had haar vanachter de waterval een WhatsApp-berichtje gestuurd. Moderne tijden.


Als we weer herenigd zijn, vertelt de dochter dat het laatste stukje eigenlijk best wel mee viel. Ik heb prompt spijt dat ik het niet gedaan, maar hé, nieuwe potjes, nieuwe kansen. Volgende keer dus maar.

We vervolgen onze weg richting Seyðisfjörður. Onderweg zien we opeens een aantal gekleurde blokken. Nu weet ik dat vulkanen allerlei soorten gekleurde rotsblokken uitspuwen, maar dit lijkt me iets te veel van het goede. We nemen even een kijkje.


Het blijkt een kunstwerk te zijn. Dat dacht ik al. Mij hou je niet voor het lapje. Verder weer op pad. Er ligt hier nog een hoop water, sneeuw en ijs. Ook zien we tot onze verrassing twee fietsers op de bergweg. Het lijkt me zwaar fietsen hier.



Even verder komen we nog een tweetal fietsers tegen. Die zijn maar afgestapt en lopen omhoog. Het is ook een hele klim.


Even later naderen we Seyðisfjörður - in één keer goed getypt. Het ligt in een baai.


Vlak voordat we het dorp binnen rijden zien we voor de verandering weer eens een waterval.


Er staat een lading mensen bij, zo te zien afkomstig uit een bus van een cruiseschip. Waarschijnlijk een exclusieve excursie naar een waterval. Als we het dorpje met de moeilijke naam inrijden - ik ga die naam niet nog een keer typen - zien we in de verte de boot. liggen.


Seyðisfjörður (nou vooruit nog één keer die naam) blijkt een alleraardigst dorpje te zijn. Veel kleurrijke huizen en straten. We drinken een cappuccino en eten er iets gezonds bij (taart). Daarna lopen we een blokje om.





Dan wordt het tijd om naar het zuiden te rijden. We doen dit niet rechtstreeks via de 1 maar via een omweggetje. We hebben namelijk gelezen dat er onderweg niet ver van Egilsstaðir een meer is (Lagarfljót: eigenlijk is het een rivier maar hij is op sommige plaatsen zo breed, 2,5 km, dat het veelal als een meer wordt betiteld) waaraan  - u zult het niet geloven - twee watervallen (de Litlanesfos  en de Hengifoss) liggen.

Als we bij de watervallen komen, zien we op de parkeerplaats en op het pad naar de waterval een enorme mensenmassa lopen.


Rechtsboven liggen de watervallen, daar moeten ze naar toe.

Op de parkeerplaats zien we liefst zeven (!) bussen staan. Wat blijkt, het is een excursie van het cruiseschip dat we in de haven zagen liggen. Een deel van de mensen vormt een rij om zelf een waterval te maken.

Even overwegen we om maar van deze watervallen af te zien - ik bedoel dan die waarvoor je naar boven moet lopen - maar hé, het is een waterval en een waterval is een waterval, dus we gaan op pad. Onderweg halen we een hoop mensen in. Echt heel bijzonder vinden we de watervallen niet, al zijn de basaltkolommen rondom de Litlanesfos wel aardig om te zien.

De Hengifoss is vooral erg hoog. Hij is met zijn 118 meter een van de hoogste watervallen van IJsland, maar echt mooi is hij niet. Met al die mensen die er rondlopen is het ook niet gemakkelijk om hem een beetje fatsoenlijk op de foto te krijgen.


Boven worden we opeens aangesproken door één van gidsen van de excursie. Hij hoorde dat we Nederlanders waren en of hij even met ons zijn Nederlands mocht oefenen. Tijdens de corona toen hij weinig te doen had, had hij besloten om Nederlands te leren. We raken met hem in gesprek (in het Nederlands) en we staan verbaasd hoe goed hij het al spreekt. Hij leidt hier een groep Fransen rond. Frans spreekt hij minder, wel spreekt hij goed Engels maar de Fransen hebben liever dat hij met ze in slecht Frans spreekt dan in goed Engels. Als hij er vandoor moet complimenteren we hem met zijn Nederlands.

Op de terugweg raken we ook nog even in gesprek met een deelnemer aan de excursie, een 79-jarige Zwitser. Hij heeft de verkeerde schoenen aan voor deze wandeling, Hij draagt witte sportschoenen waarmee het niet makkelijk berg op lopen is; hij glijdt dan ook een keer uit, waarop de dochter hem maar gaat ondersteunen. Ze hadden hem de excursie verkocht (130 euro!) als een goed te lopen wandeling maar dat viel hem tegen.

Beneden staat een ijscokraam die origineel ijs gemaakt van schapenmelk verkoopt. De dochter en ik kopen er allebei één. Het is wel erg veel en smaakt ook een beetje zoet. 

Dan is het tijd om naar Höfn te rijden. We volgen 95 en de 935. Daarmee snijden we ruim een half uur af ten opzichte van de route via de 1. Wel is het zo dat deze route kilometers lang over een onverharde bergweg gaat die ook nog eens in de mist ligt


Maar het is een schitterende route en we hebben er dan ook geen spijt van dat we voor deze route hebben gekozen. 

Uiteindelijk duurt het nog drie uur voordat we in Höfn aankomen. Op een gegeven moment zien we in de graslanden naast de weg een drietal elanden lopen. Onduidelijk is of ze in het wild lopen of dat ze 'gecultiveerd' zijn.



Om half negen komen we bij onze overnachtingplaats. Het is een soort camping. We hebben er een schattige kleine cabin met twee stapelbedden, een kleine extra ruimte met een tafel en stoelen en een eigen wc gereserveerd. Wat wel jammer is dat het enige informatievakje op het bord bij de ingang van de camping waar een kruis door heen staat het vakje van de wifi is. Geen wifi dus in onze Smáhýgisting cottage dus.


We checken in en willen dan naar de haven van Höfn rijden om daar te gaan eten. Dat was een tip van degene die ons incheckte. Maar voordat we weg kunnen rijden, komt hij aanhollen. Ik had mijn mobiel op de balie laten liggen.

We bedanken hem vriendelijk en rijden dan naar de haven toe. We kijken even rond en belanden uiteindelijk in het Pakhus. Ze hebben er tafels van houten kisten met Nederlandse en Belgische plaatsnamen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten