Pagina's

donderdag 23 juni 2022

Akureyri - Myvatn, 14 juni

Vandaag rijden we (net zoals gisteren) een deel van de zogeheten Diamond Circle. Heb je in het zuidwesten van IJsland de Golden Circle, in het noorden vind je de Diamond Circle, met daaraan onder andere de Godafoss (een waterval die we gisteren al hebben bezocht), Húsavik (de walvistochtenplaats), de Dettifoss (een grote waterval; herkent u inmiddels het woordje foss?) en Myvatn. Dat laatste is een meer waar in de zomer miljarden en miljarden mugjes en vliegjes rondvliegen. (Myvatn betekent dan ook Muggenmeer.) Die muggen staan niet echt hoog op ons verlanglijstje - eigenlijk heel laag zelfs - maar het meer wordt omgeven door een prachtig vulkanisch landschap met daarin de gevolgen van zowel oude als recente vulkanische gebeurtenissen. Zie hier de Diamond Circle weergegeven op een kaartje van 'Visit North Iceland'.

We staan redelijk vroeg op, ontbijten in ons guesthouse en gaan dan op pad. Nadat we Akureyri achter ons hebben gelaten, nemen we voor de derde maal deze vakantie de mooie 832 om de toltunnel door de berg te vermijden. 

Onze inmiddels traditionele omweg; Je hebt er mooie uitzichten, vast mooiere dan de uitzichten in de tunnel. Bovendien - Hollanders - bespaart die omweg van slechts 10 km ons elke keer een tientje tol.

De eerste stop die we maken betreft een kort bezoek aan de Godafoss; daar waren we weliswaar gisteren ook al, maar toen hebben we het verst gelegen uitzichtpunt aan de noordzijde niet gedaan. Bovendien schijnt nu het zonnetje wat de waterval een andere lichtinval geeft.

De noordzijde van de Godafoss

Dankzij het zonnetje verschijnt er een regenboog

Na het (korte) bezoek aan de Godafoss rijden we door naar Myvatn. Als we bij de noordwestkant van het meer aankomen, maken we even een korte stop. Gelukkig zitten er hier niet zo veel muggen. Wel zien we een aantal schapen, die zo te zien in het zonnetje aan het luieren zijn op het zwarte lavazand van het meer.


Moeder schaap heeft haar jongen geteld en is daarbij in slaap gevallen.

We rijden weer door, laten het meer achter ons - daar zullen we later terugkeren - en via de 862 (deze westelijke toegangsweg is verhard, in tegenstelling tot de 864 aan de oostkant) rijden we naar de Dettifoss. De Dettifoss is 44 meter hoog en ruim 100 meter breed en is wat waterverplaatsing betreft de krachtigste waterval van Europa. En dat is te horen en te voelen! 





In de buurt van de Dettifoss liggen twee kleinere watervallen; circa 2 km stroomafwaarts de Hafragilsfoss (27 meter hoog), en ongeveer 1 km stroomopwaarts de brede Selfoss (11 meter hoog) die uit een stuk of tien naast elkaar liggende watervallen bestaat. Ze liggen in IJslands op een na grootste, 206 km lange, gletsjerrivier Jökulsá á Fjöllum, die vanaf de Vatnajökull komt. Het modderige water perst zich met een volume van meer dan 200 ton per seconde door een ruim 100 meter hoge, 500 meter brede en 25 km lange kloof richting Noordelijke IJszee. Dit gebied maakt deel uit van de Jökulsárgljúfur-canyon (gletsjerrivierkloof) in Nationaal park Vatnajökull.

(Ik zou bovenstaande alinea zo op de Wikipedia kunnen plaatsen maar dat hoeft niet, het staat er al letterlijk zo. Iemand was mij voor.)


De kloof richting de Hafragilsfos


Vanaf de Dettifoss loopt een wandelpad, dat uiteindelijk helemaal in Asbyrgi (zie het kaartje bovenin) uitkomt. Zo ver willen we niet, maar we willen het pad wel een stuk volgen, om de volgende waterval, de Hafragilsfoss, te zien. Het pad is lastig, dwars door lavavelden met de nodige keien op het pad.


Het pad dat met gele paaltjes is aangegeven verlaat op een gegeven moment de oever waardoor we het zicht op de rivier kwijt raken. We lopen door een soort maanlandschap.


Opeens zien we de rivier weer. Het pad daalt via een steile helling af.


Er is een splitsing waar een waarschuwingsbordje staat. 


Het te lopen pad omlaag

"The trail is difficult especially when carrying heavy backpacks. Considering taking the alternative way." staat er op het waarschuwingsbordje. Daarboven staat nog een tekst in het IJslands, maar daar staat vast niet dat het een makkelijke trail is. We overleggen even met zijn zessen (een gewaarschuwd mens telt voor twee) en besluiten dan om terug te lopen. De Hafragilsfos is ongetwijfeld een mooie waterval maar voor ons net even te ver weg. 

Ik heb thuis even een foto van de Hafragilsfos voor u opgezocht. Zie hier de waterval in 2008 zoals die op de Wikipedia te zien is. De foto is van een zekere Bromr.

Als we terug zijn bij de Dettifoss zien we dat het daar nu een stuk drukker is, en ook een stuk natter; de wind is gedraaid. Het water van de waterval waait het uitzichtplatform op. Ook is het zonnetje (en daarmee de regenboog) weg.


De mensen die nu (linksonder) bij de Dettifoss staan worden kletsnat. De witte schittering in het midden van de foto is het opstuivende water van de verderop gelegen Selfoss. 

Van de Dettifoss is het niet zo ver lopen naar de Selfoss. Deze is minder groot en breed dan de Dettifoss, maar minstens zo mooi.



Dan rijden we weer terug, richting Myvatn. We hebben nog twee bezienswaardigheden op het programma staan: het kratermeer Viti en de wandeling naar Leirhnjúkur. Als eerste bekijken we het kratermeer. Het is best wel even een klim naar de rand van de vulkaankrater, bovendien waait het er hard. Het meer is blauw, maar dat hadden we van beneden ook al gezien. Wel maakt het uitzicht de klim wat goed.

We rijden vervolgens een klein stuk terug richting Myvatn en komen dan uit bij Leirhnjúkur, een prachtig lavaveld. In 1984 was  hier een vulkaanuitbarsting. Die vond plaats toen men even verderop bezig was met het boren ten behoeve van een warmtecentrale. Of dat er mee te maken had of dat het toeval was, is onduidelijk. Je kan er nu in ieder geval schitterend wandelen: prachtige vulkanische landschappen en verschijnselen zoals stukken lava waar nog hete dampen uit komen.

Aan het begin van het pad staat een draaihekje. Dat lijkt een beetje zinloos hekje, want iedereen loopt er om heen. Maar ik heb gezien dat aan het hekje een teller is verbonden die het aantal bezoekers telt wat door het hekje loopt. Als echte wetenschapper weet ik hoe belangrijk goede statistieken zijn, dus wij lopen braaf door het draaihekje!










Het laatste stuk van de wandeling moeten we door de sneeuw lopen.


Het is tot nu toe de mooiste wandeling die we deze vakantie hebben gedaan . Als we weer terug zijn bij onze auto, rijden we naar ons hotel. Het is één van de minste hotels tot nu toe met een gedeeld toilet en douche op de gang. Onze driepesoonskamer kent een één gewoon bed en een soort stapelbed. En dat voor 200 euro. Maar daarmee was het wel de goedkoopste overnachting hier in de omgeving. Myvatn is een duur gebied om te overnachten. Zo kost het 6 km verderop gelegen Fosshótel al 464 euro per nacht.

Ook het eten is hier duur. Oorspronkelijk wilden we eten bij een restaurant vlakbij, maar dat kende een wachttijd van ruim twee uur. Daar hebben we geen tijd voor, want we willen, vooral de dochter, nog naar de Nature Baths van Myvatn. Daarom eten we even snel bij de kleine pizzeria vlakbij ons hotel. Ondanks onze kortingsbon gekregen van het hotel betalen we nog ruim 20 euro p.p. voor een pizza.

Maar daarna hebben we een financieel mazzeltje. Het Mývatn Nature Bath - het is net zoiets als de Blue Lagoon in het zuidwesten van IJsland, maar dan voor de helft van de prijs - kent een seniorenkorting. Ouderdom kent niet alleen wijsheid maar ook korting. Zie ons hier in het warmwaterbad.




WAARSCHUWING! LET OP! DE VOLGENDE AFBEELDING KAN ALS SCHOKKEND WORDEN ERVAREN!
 

Ik neem aan dat u nu direct deze blogpost heeft afgesloten. Daarom heeft verder schrijven vandaag geen zin meer. Morgen gaan we wel weer verder.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten